8. De Oorlogsbuit (Al-An’faal)

1.

Zij vragen u omtrent de oorlogsbuit.Antwoord: “De oorlogsbuit behoort aan Allah en de boodschapper.Vreest daarom Allah en regelt (uw geschillen) onderlinginschikkelijk en gehoorzaamt Allah en Zijn boodschapper als gijgelovigen zijt.”

2.

Ware gelovigen zijn slechts degenen wier hartvol vrees klopt, wanneer de naam van Allah wordt genoemd en wanneerZijn tekenen hun worden voorgelezen, doet dit hen in geloof toenemenen op hun Heer vertrouwen.

3.

Die het gebed houden en van hetgeen, waarmedeWij hen hebben voorzien, mededelen,

4.

Dezen zijn de ware gelovigen. Voor hen zijngraden bij hun Heer, vergiffenis en een waardige voorziening.

5.

Toen uw Heer u in waarheid van uw huis deedweggaan, was een gedeelte van de gelovigen er afkerig van.

6.

Zij redetwistten met u over de waarheid nadatdeze was bekend gemaakt alsof zij zienderogen tot de dood werdengedreven.

7.

En toen Allah u een der twee partijenbeloofde dat zij de uwe zou zijn, wenstet gij, dat de partij zonderwapenen de uwe zou worden, maar Allah wilde door Zijn Woorden dewaarheid bevestigen en de levenswortel der ongelovigen afsnijden.

8.

Opdat Hij de waarheid mocht bevestigen en deleugen teniet mocht doen, ofschoon de schuldigen er afkerig vanzijn.

9.

Toen gij de hulp van uw Heer afsmeektet enHij u antwoordde: “Ik zal u met duizend engelen helpen die elkanderopvolgen.”

10.

Allah gaf het slechts als verblijdend nieuwsen opdat uw hart daardoor mocht worden gerustgesteld. Want hulp komtalleen van Allah; voorzeker, Allah is Almachtig, Alwijs.

11.

Toen Hij slaap over u deed komen alsbeveiliging van Hem en water van de wolken over u nederzond, opdatHij u daardoor mocht reinigen en het vuil van Satan van u mochtverwijderen en opdat Hij uw hart mocht sterken en u mocht doenvolhouden.

12.

Toen uw Heer aan de engelen openbaarde: “Ikben met u; versterkt de gelovigen. Ik boezem ontzag in de harten derongelovigen. Slaat daarom hun hoofd af en slaat alle toppen van hunvingers af.”

13.

Dit is, omdat zij zich tegen Allah en Zijnboodschapper hebben verzet. En wie tegen Allah en Zijn boodschapperstrijdt, (wete) Allah is voorzeker streng in vergelding.

14.

Dat is (uw straf), ondergaat haar daarom enweet dat er voor de ongelovigen de straf van het Vuur is.

15.

O, gij die gelooft, wanneer gij degenen dieniet geloven, op u af ziet komen wendt hun dan niet uw rug toe.

16.

En wie op die dag zijn rug toekeert, tenzijhij voor het gevecht manoeuvreert of om plaats te nemen bij eenandere groep, doet inderdaad de toorn van Allah over zich komen ende hel zal zijn tehuis zijn en dat is een slechte verblijfplaats.

17.

Gij dooddet hen niet, doch Allah was het, Diehen doodde. En gij wierpt niet toen gij wierpt, maar Allah was hetdie wierp, opdat Hij de gelovigen een grote gunst van Zich mochtbewijzen. Voorzeker, Allah is Alhorend, Alwetend.

18.

Dit (geschiedde) en voorzeker is Allahdegene, Die het plan van de ongelovigen verijdelt.

19.

Als gij een oordeel zoekt, dan is het oordeelreeds tot u gekomen. En als gij ophoudt, zal het beter voor u zijn,maar als gij terugkeert, zullen Wij ook terugkeren. En uw partij zalu in het geheel niet baten hoe talrijk zij ook moge zijn en Allah isvoorzeker met de gelovigen.

20.

O, gij die gelooft, gehoorzaamt Allah en Zijnboodschapper en wendt u niet van hem af, terwijl gij hoort.

21.

En weest niet zoals degenen, die zeggen: “Wijhoren,” maar zij horen niet.

22.

Voorzeker, erger dan de beesten zijn in deogen van Allah de doven en de stommen die niet willen begrijpen.

23.

Als Allah enig goed in hen had ontdekt, zouHij hen voorzeker hebben doen horen. En als Hij hen zou hebben latenhoren hadden zij zich in afkerigheid afgewend.

24.

O, gij die gelooft, geeft gehoor aan Allah ende boodschapper wanneer Hij u roept, opdat Hij u leven moge geven enweet, dat Allah tussen een man en zijn hart komt en dat Hij het istot Wie gij zult worden vergaderd.

25.

En behoedt u voor het onheil, dat niet alleendegenen, die onder u kwaad doen zal treffen. En weet, dat Allahstreng is in het straffen.

26.

En gedenkt, toen gij weinigen waart en zwakwerd geacht in het land en toen gij vreesdet, dat de mensen u wegzouden voeren, hoe Hij u beschermde en sterkte met Zijn hulp en uvoorzag van goede dingen, opdat gij dankbaar mocht zijn.

27.

O, gij die gelooft, weest Allah en deboodschapper niet ontrouw en weest niet ontrouw aan het utoevertrouwde tegen beter weten in.

28.

En weet, dat uw bezittingen en uw kinderenslechts een beproeving zijn en dat voorzeker bij Allah een grotebeloning is.

29.

O, gij die gelooft, als gij Allah vreest zalHij u een onderscheiding verlenen en uw tekortkomingen voor ubedekken en u vergeven; Allah is Heer van grote Genade.

30.

Toen smeedden de ongelovigen tegan u plannen,opdat zij u gevangen mochten nemen of doden of verbannen. En zijmaakten plannen en Allah maakte plannen en Allah is het best instaat plannen te verijdelen.

31.

En wanneer Onze verzen worden voorgelezen aanhen, zeggen zij: “Wij hebben het gehoord. Als wij willen kunnen wijgewis iets dergelijks uiten. Dit zijn niets dan fabelen der ouden.”

32.

En toen zij zeiden: “O Allah, als ditinderdaad de waarheid van U is, doe dan stenen uit de hemel over onsregenen of geef ons een (andere) smartelijke straf.”

33.

Maar Allah zal hen niet straffen zolang gijonder hen zijt noch zal Allah hen straffen indien zij om vergiffenisvragen.

34.

Waarom zal Allah hen niet straffen, wanneerzij de mensen beletten de heilige moskee binnen te gaan en er geenbewakers van zijn? De bewakers er van zijn alleen de godvruchtigen,maar de meesten hunner beseffen het niet.

35.

En hun gebed in het Huis (de Kaaba) is nietanders dan fluiten en klappen in de handen. “Ondergaat daarom destraf omdat gij placht te verwerpen.”

36.

Voorzeker, de ongelovigen besteden hunrijkdommen om anderen van de weg van Allah af te leiden. Zij zullendoorgaan ze te verspillen maar daarna zullen zij spijt hebben enworden overwonnen. En zij die verwerpen zullen in de hel wordenverzameld.

37.

Zodat Allah de bozen van de goeden mogescheiden en de bozen bij elkander moge drijven en hen allen tezamenmoge ophopen en hen dan in de hel moge werpen. Dit zijn deverliezers.

38.

Zeg tot degenen die niet geloven, dat als zijophouden (u te vervolgen), hetgeen voorby is hen zal worden vergevenen indien zij er weer in vervallen, voorwaar, dan is er akeeds hetvoorbeeld van vroegere volkeren.

39.

En bestrijdt hen totdat er geen vervolging isen de godsdienst geheel voor Allah wordt. Maar als zij ophouden danziet Allah voorzeker hetgeen zij doen.

40.

En als zij terugvallen weet dan, dat Allah uwBeschermer is, een uitstekende Beschermer en een uitstekende Helper.

41.

En weet, dat wat gij ook als buit neemt, ereen vijfde van voor Allah, de boodschapper, de verwanten, de wezen,de armen en de reiziger is, – indien gij in Allah gelooft en inhetgeen Wij aan Onze dienaar op de dag der onderscheidingnederzonden, de dag waarop de twee legers elkander ontmoetten. EnAllah heeft macht over alle dingen.

42.

Toen gij op de nabijzijnde kant waart en zijzich op de andere zijde bevonden en de karavaan beneden u was; enindien gij een onderlinge afspraak hadt gemaakt, zoudt gij tenopzichte van die afspraak zeker (van mening) hebben verschild. Maar(dit gebeurde) zodat Allah hetgeen gedaan moest worden tot stand zoubrengen, zodat hij die zou omkomen door een duidelijk teken zousterven en dat hij die zou leven door een even duidelijk teken zoublijven leven. En voorzeker, Allah is Alhorend, Alwetend.

43.

Gedenk de tijd toen Allah hen (de vijanden)in uw ogen als weinigen toonde; had Hij hen u als velen getoond, danzoudt gij voorzeker hebben geweifeld en met elkander over de zaakgetwist; maar Allah bewaarde u; voorzeker, Hij heeft volle kennisover hetgeen in het innerlijk is.

44.

En toen Hij hen in de tijd van uw ontmoetingals weinigen in uw ogen deed voorkomen en u als weinigen in hun ogendeed voorkomen, zodat Allah hetgeen gedaan moest worden tot standmocht brengen. En tot Allah worden alle dingen teruggebracht.

45.

O, gij die gelooft, blijft standvastigwanneer gij een leger (van ongelovigen) ontmoet en gedenkt Allahvaak, opdat gij moogt slagen.

46.

En gehoorzaamt Allah en Zijn boodschapper enredetwist niet met elkander, anders zult gij laf worden en uw krachtzal vergaan. En weest geduldig, voorzeker Allah is met degeduldigen.

47.

En weest niet zoals degenen die pochend uithun huizen kwamen om door de mensen te worden gezien en om anderenvan het pad van Allah af te leiden; en Allah omvat al hetgeen zijdoen.

48.

Toen deed Satan hun hun daden schoon schijnenen zeide: “Niemand onder de mensen zal deze dag de overhand over uhebben want ik ben uw metgezel.” Maar toen de twee legers elkanderin het zicht kwamen, wendde hij zich af en zeide: “Voorzeker, ik hebniets met u uitstaande, waarlijk, ik zie wat gij niet ziet, ik vreesAllah en Allah is streng in het straffen.”

49.

Toen de huichelaars en degenen in wier harteen ziekte is, zeiden: “Hun (Moslims) geloof heeft dezen bedrogen.”Maar wie zijn vertrouwen in Allah legt: voorzeker Allah isAlmachtig, Alwijs.

50.

O, hadt gij het slechts kunnen zien, wanneerde engelen de ziel der ongelovigen wegnemen, hun gezicht en hun rugtreffende: “Ondergaat de straf van het branden.

51.

Dit komt door hetgeen uw handen hebbengewrocht; Allah is in het geheel niet onrechtvaardig voor Zijndienaren.”

52.

Zoals het volk van Pharao en degenen die veerhen waren; zij verwierpen de tekenen van Allah, daarom strafte Allahhen voor hun zonden. Voorzeker, Allah is Machtig, Streng in hetstraffen.

53.

Dit is omdat Allah nooit een gunst die Hijeen volk heeft bewezen zal veranderen totdat zij, wat in hun hartis, veranderen. En voorzeker Allah is Alhorend, Alwetend.

54.

Zoals het volk van Pharao en degenen, dieveer hen waren; zij verloochenden de tekenen van hun Heer daaromvernietigden Wij hen voor hun zonden. En Wij verdronken het volk vanPharao want zij waren allen onrechtvaardig.

55.

Voorzeker, in de ogen van Allah zijn zij, die(de waarheid) verwerpen erger dan beesten want zij willen nietgeloven:

56.

Degenen met wie gij een verbond sluit, daarnaschenden zij dit verbond telkens weer en zij vrezen niet.

57.

Als gij hen in de oorlog ontmoet, jaagt dandegenen die achter hen zign vrees aan wegens hen, opdat zij erlering uit mogen trekken.

58.

En als gij ontrouw van een volk vreestverstoot hen dan op gelijke wijze. Voorzeker, Allah heeft deongelovigen niet lief.

59.

En laat de ongelovigen niet denken dat zijeen voorsprong hebben. Voorzeker, zij kunnen Ons niet ontkomen.

60.

En maakt aan de grens alle mogelijkestrijdkrachten en vastgehouden paarden voor hen gereed, waarmede gijde vijand van Allah en uw vijand en anderen buiten hen, die gij nietkent, doch die Allah kent, moogt afschrikken. En wat gij ook voor dezaak van Allah besteedt, het zal u ten volle worden terugbetaald enu zal geen onrecht worden aangedaan.

61.

En als zij tot vrede neigen, neigt u er danook toe en legt uw vertrouwen in Allah. Voorzeker Hij is Alhorend,Alwetend.

62.

En als zij u willen bedriegen is Allahvoorzeker (als Helper) toereikend voor u. Hij is het, Die u heeftversterkt met Zijn hulp en met die der gelovigen,

63.

en Hij heeft hun harten verenigd. Indien gijal hetgeen op aarde is had besteed, kondet gij hun harten niethebben verzoend, maar Allah heeft hen verenigd. Voorzeker, Hij isAlmachtig, Alwijs.

64.

O profeet, Allah is toereikend voor u en voordiegenen der gelovigen die u volgen.

65.

O profeet, spoor de gelovigen aan om tevechten. Als er twintig onder u zijn die stand houden, zullen zijtweehonderd overwinnen en als er honderd uwer zijn zullen zijduizend der ongelovigen verslaan, omdat zij een volk zijn dat nietwil begrijpen.

66.

Maar nu heeft Allah uw last verlicht, wantHij weet dat er zwakheid in u is. Als er daarom honderd uwer zijndie standvastig zijn, zullen zij tweehonderd overweldigen en als erduizend uwer zijn zullen zij door het gebod van Allah twee duizendoverwinnen. En Allah is met degenen die standvastig zijn.

67.

Een profeet kan geen gevangenen maken voordathij tot geregeld vechten in het land komt. Gij wenst de goederen vandeze wereld terwijl Allah het Hiernamaals voor u wenst. En Allah isAlmachtig, Alwijs.

68.

En indien er geen gebod van Allah was geweestzou u voorzeker een grote rampspoed zijn overkomen voor hetgeen gijnaamt.

69.

Eet van de buit die gij ontvangt als wettigen goed en vreest Allah. Voorzeker, Allah is Vergevensgezind,Genadevol.

70.

O profeet, zeg tot de gevangenen die in uwhanden zijn: “Als Allah enig goed in uw hart vindt, zal Hij u betergeven dan hetgeen van u is weggenomen en zal Hij u vergeven”. Allahis Vergevensgezind, Genadevol.

71.

Maar als zij voornemens zijn u ontrouw teworden, zijn zij reeds voorheen Allah ontrouw geweest, daarom gafHij u macht over hen. Allah is Alwetend, Alwijs.

72.

Voorzeker, degenen die hebben geloofd en hunhuizen verlieten en met hun bezittingen en hun persoon voor de zaakvan Allah hebben gestreden en degenen die schuilplaats verstrektenen hielpen, zijn vrienden van elkander. Maar degenen die geloven endie hun huizen niet verlieten, gij zijt in het geheel nietverantwoordelijk voor hun bescherming tenzij zij hun huizenverlaten. Maar als zij hulp inzake het geloof zoeken dan is het uwplicht hen te helpen behalve tegen een volk, met hetwelk gij eenverbond hebt. Allah ziet, wat gij doet.

73.

De ongelovigen zijn vrienden van elkander.Als gij niet ingrijpt zal er onheil en grote wanorde in het landkomen.

74.

En degenen die geloven en hun huizen verlatenen die streden voor de zaak van Allah en degenen die hunschuilplaats verstrekken en hen helpen zijn de ware gelovigen. Er isvoor hen vergiffenis en een waardige voorziening.

75.

En degenen die naderhand zullen geloven enhun huizen verlaten en tezamen met u strijden, zullen tot u behoren;en bloedverwanten staan nader tot elkander in het Boek van Allah.Voorzeker, Allah is de Oerkenner van alle dingen.