39. De Groupen (Az-Zomar)

1.

De openbaring van dit Boek is van Allah, deAlmachtige, de Alwijze.

2.

Voorwaar, Wij hebben u het Boek met waarheidgeopenbaard; aanbid daarom Allah, oprecht zijnde jegens Hem inonderwerping.

3.

Ziet, aan Allah alleen komt oprechtegehoorzaamheid toe. En degenen, die naast Hem anderen alsbeschermers nemen, zeggende: “Wij aanbidden dezen slechts opdat zijons in Allah’s nabijheid brengen.” Voorzeker, Allah zal onder henuitspraak doen betreffende datgene waarin zij verschillen. Voorwaar,Allah leidt een ondankbare leugenaar niet.

4.

Had Allah een zoon begeerd dan zou Hij uitwat Hij geschapen heeft kunnen nemen, wie Hij wilde. Heilig is Hij.Hij is Allah, de Ene, de Opperste.

5.

Hij schiep de hemelen en de aarde inwaarheid. Hij doet de nacht over de dag komen, en de dag over denacht; en Hij heeft de zon en de maan in dienst gesteld; elk loopteen vaste baan. Voorzeker, Hij is de Almachtige, deVergevensgezinde.

6.

Hij schiep u uit ��n ziel, dan maakte Hijdaaruit echtgenoten; en Hij zond voor u acht stuks vee in parenneder. Hij vormde u in de baarmoeder van uw moeder, schepping naastschepping, in drievoudige duisternis. Zo is Allah uw Heer, van Hemis het koninkrijk. Er is geen God naast Hem. Waardoor wordt gij danafgeleid?

7.

Indien gij ondankbaar zijt; Allan is zekeronafhankelijk van u. Maar Hij houdt niet van ondankbaarheid onderZijn dienaren. En als gij dankbaar zijt, zal Hij in u behagen hebben- En geen lastdragende kan de last van een ander dragen – Dan is uwterugkeer tot uw Heer: en Hij zal u mededelen wat gij deedt. Zeker,Hij weet goed wat in uw innerlijk is.

8.

Wanneer een mens wordt benadeeld, roept hijzijn Heer aan, zich tot Hem wendend. Dan, wanneer Hij hem een gunstbewijst van Zichzelf, vergeet de mens waarvoor hij eerst (God)aanriep en stelt medegoden naast Allah, om de mensen van Zijn weg afte leiden. Zeg: “Geniet door uw ongeloof voor een wijle, gij behoortzeker tot de bewoners van het Vuur.”

9.

Is hij, die God vereert in de uren der nacht,nederknielende en staande, die voor het Hiernamaals vreest en hooptop de barmhartigheid van zijn Heer. Zeg: “Zijn zij die weten gelijkaan hen die niet weten?” Maar alleen de verstandigen trekken erlering uit.

10.

Zeg: “O, Mijn gelovige dienaren, vreest uwHeer.” Voor hen, die in dit leven goed doen, is het goede. EnAllah’s aarde is ruim. Voorwaar, aan de standvastigen zal hunbeloning zonder berekening worden uitbetaald.

11.

Zeg: “Het is mij bevolen Allah te aanbiddenoprecht zijnde in onderwerping aan Hem.

12.

En mij is bevolen de eerste der Moslims tezijn.”

13.

Zeg: “Indien ik mijn Heer niet gehoorzaam,vrees ik de straf van de grote Dag.”

14.

Zeg: “Allah is het Die ik aanbid, oprechtzijnde in gehoorzaamheid tot Hem.”

15.

Zeg: “Aanbidt wie gij wilt buiten Hem. Op deDag der Opstanding zullen zij de verliezers zijn, die zichzelf enhun familie hebben benadeeld.” Ziet toe, dit is het duidelijkeverlies.

16.

Zij zullen lagen van Vuur over en onder zichhebben. Hiertegen waarschuwt Allah Zijn dienaren: “O Mijn dienaren,vreest Mij derhalve.”

17.

En zij die vermijden valse goden teaanbidden, en zich tot Allah wenden – voor hen zijn er blijdetijdingen. Daarom geef blijde tijding aan Mijn dienaren,

18.

Die naar het Woord luisteren en dit het bestnaleven. Zij zijn het die Allah geleid heeft, en zij zijn deverstandigen.

19.

Kunt gij hem, tegen wie de uitspraak vanstraf is bevestigd, en die in het Vuur is redden?

20.

Maar voor hen die hun Heer vrezen zijnwoningen boven elkaar gebouwd, waaronder rivieren stromen. Dit isAllah’s belofte en Allah breekt Zijn belofte niet.

21.

Hebt gij niet gezien, dat Allah water van dehemel nederzendt en het in de aarde doet binnendringen tot (hetvormen van) bronnen? Ook worden er oogsten voortgebracht, die in hunkleuren vari�ren. Daarna drogen deze uit en gij ziet ze geel worden;dan doet Hij ze in stukken breken. Voorwaar daarin is een les voorde mensen van begrip.

22.

Hij wiens hart Allah voor de Islam heeftverruimd, is in het licht van zijn Heer. Wee dan degenen, wier hartverhard is bij de gedachtenis aan Allah! Waarlijk, zij verkerenklaarblijkelijk in dwaling.

23.

Allah heeft de beste verkondiginggeopenbaard, een Boek (de Koran), overeenkomstig met zichzelf, vaakherhalend (vermaningen) waarbij de huid van hen die hun Heer vrezenineenkrimpt, daarna ontspant zich hun huid en hun hart wordt zachtbij de gedachte aan Allah. Dit is de leiding van Allah, Hij leidtdaarmee wie Hij wil. En wie Allah laat dwalen, zal geen leiderhebben.

24.

Is (deze beter) die voor zijn persoonbescherming zoekt op de Dag der Opstanding voor de vreselijke straf?- terwijl tot de onrechtvaardigen zal worden gezegd: “Ondergaat (nu)wat gij verdiendet.”

25.

Ook degenen die v��r hen waren,verloochenden, daarom kwam de straf over hen zonder dat zijbemerkten van waar.

26.

En Allah vernederde hen in het leven dezerwereld; doch de straf van het Hiernamaals zal zeker groter zijn. Alszij slechts wisten!

27.

En voorzeker, Wij hebben allerleigelijkenissen voor de mensen in deze Koran vermeld, opdat zij erlering uit trekken.

28.

Dit is een duidelijke verkondiging zonderafwijking opdat men godvruchtig moge worden.

29.

Allah geeft een gelijkenis; een man die aanmeer aanspraak-hebbenden toebehoort, die het met elkander oneenszijn, en een man die geheel aan ��n man toebehoort. Zijn zij beidenin dezelfde toestand? Alle roem behoort aan Allah. Maar de meestenonder hen begrijpen dit niet.

30.

Waarlijk gij zult sterven en zij zullen ooksterven.

31.

Dan zult gij op de Dag der Opstanding metelkander redetwisten in het bijzijn van uw Heer.

32.

Wie is onrechtvaardiger dan hij, die eenleugen over Allah verzint of de Waarheid verloochent wanneer zij tothem komt? Is er voor de ongelovigen geen plaats in de hel?

33.

En hij die de Waarheid brengt of dezebevestigt – dezen zijn de godvruchtigen.

34.

Zij zullen van hun Heer ontvangen wat zijbegeren; dat is de beloning dergenen die goed doen.

35.

Allah zal het slechtste wat zij deden van henverwijderen en hun het loon geven beter dan hetgeen zij verdienden.

36.

Is Allah niet toereikend voor Zijn dienaar?En zij trachten u te doen vrezen voor hen (de afgoden) die buitenAllah zijn. Voor hem die Allah laat dwalen is er geen leider.

37.

En wie Allah leidt zal niemand kunnen doenafdwalen. Is Allah niet Machtig, de Heer der Vergelding?

38.

Indien gij hun vraagt: “Wie heeft de hemelenen de aarde geschapen?”, zullen zij voorzeker antwoorden: “Allah”.Zeg: “Vertelt mij (dan) wat gij naast Allah aanroept, kunnen zij,indien Allah mij zou willen benadelen, Zijn schade verwijderen? Ofals Hij mij barmhartigheid wil tonen, kunnen zij Zijn barmhartigheiddan tegenhouden?” Zeg: “Allah is mij voldoende. In Hem zullen devertrouwenden hun vertrouwen stellen.”

39.

Zeg: “O, mijn volk, handel op uw plaats, ikben ook werkzaam, maar weldra zult gij weten

40.

Tot wie de vernederende kastijding komt en opwie de blijvende straf nederdaalt.”

41.

Voorwaar, Wij hebben u ten bate der mensenhet Boek met Waarheid nedergezonden. Hij die deze leiding volgt,volgt haar ten bate van zijn eigen ziel en wie dwaalt, dwaalt tennadele van haar. En gij zijt geen voogd over hen.

42.

Allah neemt de zielen van de mensen opwanneer zij sterven en ook van hen die niet sterven tijdens hunslaap. Dan houdt Hij die, die Hij ten dode heeft opgeschreven enzendt de overigen tot een bepaalde tijd (in het lichaam) terug.Hierin zijn stellig tekenen voor een volk dat nadenkt.

43.

Hebben zij bemiddelaars naast Allah genomen?Vraag: “Zelfs indien zij (de afgoden) nergens macht over hebben enzonder verstand zijn?”

44.

Zeg: “Van Allah is iedere voorspraak. Hembehoort het koninkrijk der hemelen en der aarde en naar Hem zult gijworden teruggebracht.”

45.

En wanneer Allah wordt genoemd als de Enige,dan krimpt het hart dergenen die in het Hiernamaals niet gelovensamen, maar wanneer degenen naast Hem genoemd worden, ziet, zijverheugen zich.

46.

Zeg: “O, Allah! Schepper der hemelen en deraarde! Kenner van het onzichtbare en het zichtbare! Slechts Gijoordeelt onder Uw dienaren over datgene waarin zij verschillen.”

47.

En indien de onrechtvaardigen bezaten alhetgeen op de aarde is en nog eens zoveel daarbij, zullen zij dit opde Dag der Opstanding als losprijs voor de vreselijke straf willenaanbieden. En wat zij nooit dachten zal hun door Allah onthuldworden.

48.

De straf voor het kwaad dat zij bedreven zalhun duidelijk worden en wat zij plachten te bespotten zal henomringen.

49.

Wanneer nu de mens tegenspoed treft, roepthij Ons aan. Als Wij hem dan Onze gunst bewijzen zegt hij: “Dit ismij alleen wegens mijn verdiensten geschonken.” Neen, het is slechtseen beproeving; maar de meesten onder hen beseffen het niet.

50.

Ook hun voorgangers zeiden hetzelfde, tochbaatte hen hetgeen zij deden niet;

51.

En het kwaad dat zij deden trof hen en wat deonrechtvaardigen onder dezen doen, zal hen ook treffen en zij kunnenOns niet ontsnappen.

52.

Weten zij niet dat Allah de voorzieningvermeerdert of vermindert voor wie Hij wil; voorwaar, daarin zijntekenen voor een volk dat wil geloven.

53.

Zeg: “O mijn dienaren die tegen u zelfbuitensporig zijt geweest, wanhoopt niet aan de barmhartigheid vanAllah, voorzeker Allah vergeeft alle zonden, waarlijk, Hij is deVergevensgezinde, de Genadevolle.

54.

“Wendt u tot uw Heer en onderwerpt u aan Hemvoordat de straf over u komt, want dan zult gij niet meer wordengeholpen.

55.

“En volgt het beste dat u geopenbaard is dooruw Heer voordat de straf onverwachts over u komt terwijl gij het(naderen er van) niet bemerkt;

56.

Opdat geen ziel moge zeggen: “O wat een spijtheb ik over hetgeen waarin ik te kort schoot tegenover Allah! Eninderdaad behoorde ik tot de spotters.”

57.

Of opdat zij niet moge zeggen: “Had Allah mijgeleid dan zou ik zeker tot de godvruchtigen hebben behoord.”

58.

Of opdat zij de straf ziende, niet mogezeggen: “Ik wilde dat er voor mij een terugkeer was, dan zou ik totde goeden behoren.”

59.

(God zal antwoorden): “Neen, Mijn tekenenkwamen tot u, doch gij verloochendet deze, gij waart hoogmoedig enbehoordet tot de ongelovigen.”

60.

En op de Dag der Opstanding zult gij degezichten van hen die over Allah leugens uitten zwart zien. Is er inde hel geen tehuis voor de hoogmoedigen?

61.

Allah zal de godvruchtigen vanwege hun geloofredden. Geen kwaad zal over hen komen noch zullen zij treuren.

62.

Allah is de Schepper van alles en de Voogdover alle dingen.

63.

Aan Hem behoren de schatten der hemelen ender aarde; en zij die de tekenen van Allah verwerpen zijn deverliezers.

64.

Zeg: “O, gij onwetenden, beveelt gij mij ietsbuiten Allah te aanbidden?”

65.

En voorwaar, aan u zoals aan hen die v��r uwaren, is geopenbaard: “Als gij deelgenoten aan God toeschrijft, zaluw werk stellig vruchteloos blijken en gij zult zeker tot deverliezers behoren.”

66.

Neen, dient Allah alleen en behoort tot dedankbaren.

67.

Zij waarderen Allah niet volgens ZijnWaardigheid. De gehele aarde zal in Zijn greep zijn op de Dag derOpstanding, en de hemelen zullen worden opgerold in Zijn hand.Glorie zij Hem en verheven is Hij boven hetgeen zij met Hemvereenzelvigen.

68.

En de bazuin zal worden geblazen en allen diein de hemelen en op aarde zijn, zullen bezwijmen, behalve degenendie Allah wil. Dan zal er nogmaals worden geblazen en ziet! Zijzullen staande herrijzen en wachten.

69.

En de aarde zal door het licht van haar Heerschitteren, en het Boek zal nedergelegd worden en de profeten en degetuigen zullen worden gebracht en er zal tussen hen metrechtvaardigheid geoordeeld worden en hun zal geen onrecht wordenaangedaan.

70.

Elke ziel zal volledig worden beloond voorhetgeen zij deed. En Hij weet het beste wat zij volbrachten.

71.

En de ongelovigen zullen naar de hel wordengedreven, wanneer zij deze bereiken, zullen de poorten wordengeopend en haar wachters zullen tot hen zeggen: “Kwamen er geenboodschappers van uit uw midden tot u, de tekenen van uw Heerverkondigende en u waarschuwende voor de komst van deze Dag?” Zijzullen antwoorden: “Ja zeker!” Maar nu is de uitspraak van de straftegen de ongelovigen van kracht geworden.

72.

Er zal worden gezegd: “Gaat de poorten derhel binnen om er in te vertoeven, slecht is de verblijfplaats voorde hoogmoedigen.”

73.

En degenen die hun Heer vreesden zullen ingroepen naar de Hemel worden geleid; wanneer zij die bereiken zullende poorten worden geopend en zijn bewakers zullen tot hen zeggen:”Vrede zij u! Weest gelukkig en gaat binnen om er voor (altijd) teverblijven.”

74.

Zij zullen zeggen: “Alle lof behoort aanAllah, Die Zijn belofte aan ons heeft vervuld en ons het land alserfenis heeft gegeven om daarin te vertoeven, waar wij ook willen.”Hoe voortreffelijk is het loon der (rechtvaardige) werkers.

75.

En gij zult de engelen om de Troon ziendringen, hun Heer lovende met de roem, die Hem toekomt. En er zaltussen hen met Waarheid worden geoordeeld. En er zal worden gezegd:”Alle lof behoort aan Allah, de Heer der Werelden.”