1.

O Profeet, zoek bescherming bij Allah engehoorzaam de ongelovigen en de huichelaars niet. Allah is Alwetend,Alwijs.

2.

Volg hetgeen u is geopenbaard van uw Heer.Voorwaar, Allah is goed op de hoogte van alles wat gij doet.

3.

En stel uw vertrouwen in Allah, want Allah isals beschermer voldoende.

4.

Allah heeft voor geen man twee harten in zijnbinnenste gemaakt, noch heeft Hij uw vrouwen van wie gij wegblijftdoor haar moeder te noemen, tot uw moeders gemaakt, noch heeft Hijuw aangenomen zonen tot uw (werkelijke) zonen gemaakt. Dat isslechts een woord dat men uit, maar Allah spreekt de waarheid, enHij wijst de weg.

5.

Noemt hen bij hun vaders naam dat isbillijker in de ogen van Allah. Maar als gij hun vader niet kent,dan zijn zij uw broeders in het geloof en uw vrienden, en er is geenzonde voor u in datgene waarin gij u vergist, maar wel in hetgeen uwhart zich heeft voorgenomen. Allah is Vergevensgezind, Genadevol.

6.

De Profeet is dichter bij de gelovigen danzij zelven, en zijn vrouwen zijn hun moeders. En bloedverwanten zijnnader bij elkander volgens het Boek van Allah, dan de gelovigen ende Mohadjirien tenzij gij uw vrienden een gunst bewijst. Dit is inhet Boek neergeschreven.

7.

En toen Wij met de profeten een verbondsloten: met u, met Noach, Abraham, Mozes, en Jezus de zoon vanMaria, sloten wij een hecht verbond.

8.

Opdat Hij de waarachtigen over hunwaarachtigheid moge ondervragen. En voor de ongelovigen heeft Hijeen pijnlijke straf bereid.

9.

O, gij die gelooft, herinnert u Allah’sgunst, aan u bewezen, toen er legers tegen u opkwamen en Wij tegenhen een wind zonden en legers die gij niet zaagt. En Allah ziet watgij doet.

10.

Toen zij over u kwamen van boven en vanbeneden, en toen uw ogen staarden en het hart in de keel klopte, engij over Allah allerlei gedachten koesterdet.

11.

Toen werden de gelovigen beproefd en zijwerden hevig geschokt.

12.

En toen de huichelaars en zij in wier harteen ziekte is, zeiden: “Wat Allah en Zijn boodschapper ons beloofdenwas slechts bedrog.”

13.

En toen een gedeelte van hen zei: “O volk vanJasrab (Madinah), gij kunt hier geen stand houden, keert daaromterug.” En een gedeelte vroeg zelfs om toestemming van de Profeet,zeggende: “Onze huizen staan aan de vijand bloot.” Deze waren echterniet blootgesteld, zij wensten slechts te vluchten.

14.

Als men uit de omgeving bij hen zoubinnendringen en hun zou worden gevraagd, onlusten te veroorzaken,zouden zij dat terstond hebben gedaan en zij zoudlen slechts weinighebben getalmd.

15.

Waarlijk, zij hadden reeds vroeger eenverbond gesloten dat zij hun rug niet zouden tonen. En er zal (hun)gevraagd worden over Allah’s verbond.

16.

Zeg: “Vlucht zal u stellig geen voordeelbrengen als gij voor de dood of voor het gevecht vlucht; slechtskorte tijd zult gij genieten.”

17.

Zeg: “Wie is het, die u tegen Allah kanbeschermen indien Hij u met kwaad wil treffen of barmhartigheidbetonen? En zij zullen voor zich buiten Allah vriend noch helpervinden.”

18.

Allah kent degenen onder u die de mensentegenhouden, en hen, die tegen hun broeders zeggen: “Komt naar onstoe,” en die zich weinig met de oorlog bemoeien.

19.

Zij zijn terughoudend in hun hulp voor u.Maar als het gevaar komt, ziet gij hen naar u kijken met rollendeogen als van iemand die bezwijmt bij de doodsstrijd. En als de vreesis weggevaagd, treffen zij u met hun scherpe tong door hun zuchtnaar rijkdommen. Zulken hebben niet oprecht geloofd; daarom heeftAllah hun werken vruchteloos gemaakt. Dit is gemakkelijk voor Allah.

20.

Zij denken, dat de bondgenoten niet zijnvertrokken; en als de bondgenoten zouden wederkomen, zouden zijgaarne onder de zwervende Arabieren in de woestijn willen zijn,nieuws over u vragende. En als zij onder u waren, zouden zij weinigvechten.

21.

Voorwaar, gij hebt in de Profeet van Allaheen prachtig voorbeeld voor ieder die Allah en de laatste Dagvreest, en die Allah vaak herdenkt.

22.

En toen de gelovigen de scharen zagen, zeidenzij: “Dit is wat Allah en Zijn boodschapper ons beloofden; en Allahen Zijn boodschapper spraken de waarheid.” En dit vermeerderdeslechts hun geloof en deed hun onderwerping toenemen.

23.

Er zijn mensen onder de gelovigen die trouwgebleven zijn aan het verbond dat zij met Allah hebben gesloten. Erzijn enigen onder hen die hun eed hebben gehouden, en anderen dienog wachten en geenszins veranderd zijn;

24.

Zodat Allah de waarachtigen voor hunoprechtheid moge belonen en de huichelaars straffen zoals Hij wil,of Zich tot hen in barmhartigheid wenden. Voorwaar, Allah isVergevensgezind, Genadevol.

25.

Allah weerhield de ongelovigen in hun woede;zij verwierven geen voordeel. En Allah was toereikend (alsBeschermer) voor de gelovigen in de slag. Allah is Sterk, Almachtig.

26.

En Hij deed de mensen van het Boek die hen(de vijand) hielpen uit hun vestingen komen en vervulde hun hart metontzetting. Gij dooddet sommigen en gij naamt anderen gevangen.

27.

En Hij deed u hun land, huizen en hunrijkdommen erven en ook een land waarop gij nog nooit een voet hadgezet. Allah heeft macht over alle dingen.

28.

O profeet! Zeg aan uw vrouwen, “Als gij hetleven dezer wereld en zijn luister wenst, komt dan, ik zal u eengeschenk geven en u op een grootmoedige manier vrij laten.

29.

Maar indien gij Allah en Zijn boodschapper enhet tehuis van het Hiernamaals wenst, dan heeft Allah waarlijk voordegenen onder u die goed doen, een grote beloning.”

30.

O vrouwen van de profeet! Als iemand onder uschuldig is aan een openbaar onbetamelijk gedrag zal haar strafworden verdubbeld. En dit is gemakkelijk voor Allah.

31.

Maar wie van u aan Allah en Zijn boodschappergehoorzaamt en goede werken doet, haar zullen Wij dubbel belonen enWij hebben voor haar een waardige voorziening bereid.

32.

O vrouwen van de profeet, gij zijt niet zoalseen andere vrouw. Indien gij godvruchtig zijt, spreekt dan niet opeen verleidelijke manier, anders zal hij in wiens hart ziekte is,verwachtingen koesteren; maar spreekt een oprechte taal.

33.

Blijft in uw huizen en stelt uw schoonheidniet ten toon als in de vroegere dagen der onwetendheid; leeft hetgebed na, en betaalt de Zakaat en gehoorzaamt Allah en Zijnboodschapper. O huisgenoten, Allah wenst alleen onreinheid van u teverwijderen, en u schoon en zuiver te maken.

34.

En herinnert u de woorden van Allah en dewijsheid die in uw huizen wordt verkondigd; want Allah isAldoordringend, Alkennend.

35.

Voorwaar, de Moslims en de Moslima’s en degelovige mannen en vrouwen, de gehoorzame mannen en vrouwen, dewaarachtige mannen en vrouwen, de standvastige mannen en vrouwen, demannen en de vrouwen die nederig zijn, de mannen en de vrouwen dieaalmoezen geven, de mannen en de vrouwen die vasten, de mannen en devrouwen die hun kuisheid bewaren, de mannen en de vrouwen die Allahvaak gedenken – voor zulken heeft Allah vergiffenis en een grotebeloning bereid.

36.

En het betaamt de gelovige man of vrouw niet,wanneer Allah en Zijn boodschapper over een zaak hebben beslist, dater voor hen een keuze zou zijn in die zaak. En wie Allah en Zijnboodschapper niet gehoorzaamt, is zeker klaarblijkelijk afgedwaald.

37.

En herinnert u, toen gij tot hem, wie Allahgunsten had bewezen en wie gij ook gunsten had bewezen, zeidet:”Behoud uw vrouw voor u en vrees Allah.” Gij verborgt in uw hart watAllah aan het licht zou brengen, en gij vreesdet de mensen terwijlAllah er meer recht op heeft dat gij Hem zoudt vrezen. Toen Zaid vanhaar scheidde, verenigden Wij haar met u in de echt, opdat er voorde gelovigen geen bezwaar mocht zijn ten opzichte van de vrouwen vanhun aangenomen zonen, als zij van haar zijn gescheiden. Allah’sgebod moet worden nageleefd.

38.

Er moet voor de profeet geen bezwaar zijnbetreffende hetgeen Allah voor hem geordend heeft. Dit is ook dehandelwijze van Allah met hen die v��rdien zijn heengegaan – en hetgebod van Allah is een vastgestelde verordening.

39.

Degenen, die Allah’s boodschappen brengen,vrezen Hem en buiten Allah niemand. Allah is Toereikend om teverrekenen.

40.

Mohammed is niet de vader van ��n uwermannen, maar de boodschapper van Allah en het zegel der profeten;Allah heeft kennis van alle dingen.

41.

O, gij die gelooft! Gedenkt Allah veelvuldig.

42.

En prijst Zijn Heiligheid ‘s morgens en ‘savonds.

43.

Hij is het Die u zegent en ook Zijn engelendoen dit, opdat Hij u van de duisternissen tot het licht mogeleiden. En Hij is voor de gelovigen Genadig.

44.

De Dag waarop zij Hem zullen ontmoeten zalhun groet “Vrede” zijn. En Hij heeft hun een eervolle beloningbereid.

45.

O, profeet. Wij hebben u als getuige, dragervan blijde tijdingen en waarschuwer gezonden.

46.

En als een roeper tot Allah door Zijn gebod,en als een stralende zon.

47.

Verkondig derhalve aan de gelovigen hetblijde nieuws dat zij van Allah grote genade zullen ontvangen.

48.

En gehoorzaam de ongelovigen en dehuichelaars niet en sla geen acht op hun grievende taal, stel uwvertrouwen in Allah, want Allah is Toereikend als Beschermer.

49.

O, gij die gelooft! Als gij een gelovigevrouw huwt en daarna van haar scheidt voordat gij haar hebtaangeraakt dan behoeft zij om uwentwille geen wachtperiode teberekenen. Schenkt haar daarom een gave en laat haar op eengrootmoedige wijze vrij.

50.

O profeet, Wij hebben voor u uw vrouwenwettig gemaakt, aan wie gij haar huwelijksgiften hebt gegeven, endegenen die uw rechterhand bezit van haar, die Allah u als eenoorlogsbuit heeft gegeven en de dochters van uw ooms en tantes vanvaderszijde en de dochters van uw ooms en tantes van moederszijdedie met u emigreerden, en elke gelovige vrouw indien zij zich aan deprofeet toevertrouwt als de profeet haar wenst te huwen; dit isslechts voor u en niet voor de gelovigen. Wij hebben reeds kenbaargemaakt wat Wij omtrent hun (gelovige) vrouwen en degenen die hunrechterhand bezit, hebben verordend, opdat er geen blaam u aankleve.Allah is Vergevensgezind, Genadevol.

51.

Gij moogt verlaten wie gij wilt en tot unemen wie gij wilt, er rust geen blaam op u wanneer gij haarterugneemt van wie gij u afzijdig hebt gehouden. Dit is het meestpassend om hen verust te stellen, zodat zij niet treuren en allentevreden mogen zijn met hetgeen gij haar geeft. En Allah weet wat inuw hart is; Allah is Alwetend, Verdraagzaam.

52.

Het is u hierna niet toegestaan vrouwen tehuwen noch haar voor andere vrouwen te ruilen, zelfs al behaagt uhaar schoonheid, met uitzondering van haar die uw rechterhand mochtbezitten. En Allah houdt de wacht over alle dingen.

53.

O, gij die gelooft! Gaat de huizen van deprofeet niet binnen tenzij gij uitgenodigd wordt tot een maaltijd,doch niet wachtend tot deze gereed is. Wanneer gij zijt uitgenodigd,komt dan binnen; en wanneer gij gegeten hebt vertrekt dan en blijftniet praten. Dat is lastig voor de profeet; hij is verlegen voor u,maar Allah aarzelt niet om de waarheid (te zeggen). En als gij haar(zijn vrouwen) om iets vraagt, vraagt het dan van achter hetgordijn. Dat is reiner voor uw hart en haar hart. En het past u nietde boodschapper van Allah lastig te vallen, noch dat gij ooit zijnvrouwen na hem zoudt huwen. Dat zou in de ogen van Allah inderdaadeen grote (belediging) zijn.

54.

Of gij iets openbaar maakt of verbergt,waarlijk Allah heeft kennis van alle dingen.

55.

Er rust op haar (uw vrouwen) geen schuld alszij zich tonen aan haar vaders of haar zonen of haar broeders of dezonen van haar broeders, of de zonen van haar zusters en hun vrouwenof hun ondergeschikten. Maar vreest Allah. Voorwaar, Allah isGetuige van alle dingen.

56.

Allah en Zijn engelen zenden zegeningen overde profeet. O, gij die gelooft, zendt zegeningen over hem en wensthem vrede met alle eerbied toe.

57.

Betreffende hen, die Allah en Zijnboodschapper lastig vallen, Allah heeft hen in deze wereld en in hetHiernamaals vervloekt en heeft een vernederende straf voor henbereid.

58.

En zij, die gelovige mannen en vrouwen lastigvallen zonder dat dezen er schuld aan hebben, dragen voorzeker deschuld van laster en een openlijke zonde.

59.

O profeet! Zeg aan uw vrouwen en uw dochtersen de vrouwen der gelovigen dat zij een gedeelte van haaromslagdoeken over haar (hoofd) laten hangen. Dit is beter, opdat zijmogen worden onderscheiden en niet lastig worden gevallen. En Allahis Vergevensgezind, Genadevol.

60.

Indien de huichelaars en degenen in wier harteen ziekte is en degenen die opschudding in de stad veroorzaken,niet ophouden, zullen Wij u zeker tegen hen in beweging brengen; danzullen zij slechts voor een korte tijd in uw nabijheid mogenvertoeven.

61.

Vervloekt zijn zij; waar zij zich ookbevinden zullen zij worden gegrepen en gedood.

62.

Voorwaar, zo was Allah’s handelwijze metdegenen die voordien zijn heengegaan en in Allah’s handelwijze zultgij geen verandering vinden.

63.

De mensen vragen u over het Uur. Zeg: “Dekennis er van is slechts bij Allah,” gij weet het niet; het kan zijndat het Uur nabij is.

64.

Allah heeft de ongelovigen zeker vervloekt enheeft een laaiend Vuur voor hen bereid.

65.

Daarin zullen zij voor lange tijd vertoevenen zullen vriend noch helper vinden.

66.

De Dag waarop hun gezicht zich in het Vuurzal wentelen zullen zij zeggen: “O, hadden wij slechts Allah en Zijnboodschapper gehoorzaamd!”

67.

En zij zullen zeggen: “Onze Heer, wijgehoorzaamden onze leiders en onze grote mannen maar zij deden onsvan de rechte weg afdwalen.

68.

Onze Heer, geef hun een dubbele straf envloek hen met een zware vloek.”

69.

O, gij die gelooft! weest niet zoals degenendie Mozes ergerden! Allah echter zuiverde hem van hetgeen zijzeiden. En hij was in aanzien bij Allah.

70.

O, gij die gelooft! Vreest Allah en spreektde waarheid.

71.

Hij zal uw werken goed voor u maken en u uwzonden vergeven. En wie Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt,heeft zeker een grote overwinning behaald.

72.

Voorwaar, Wij boden de hemelen, de aarde ende bergen aan, hun (iets) toe te vertrouwen, maar zij weigerden ditte dragen en vreesden er voor, maar de mens nam het op zich.Inderdaad, hij is zeer onrechtvaardig (jegens zichzelf), onwetend.

73.

Het gevolg er van is dat Allah huichelachtigemannen en vrouwen, en afgodendienaren en afgodendienaressen zalstraffen. En Allah wendt zich in barmhartigheid tot gelovige mannenen vrouwen, en Allah is Vergevensgezind, Genadevol.