30. De Romeinen (Ar-Roem)

1.

Alif Laam Miem.

2.

De Romeinen zijn verslagen

3.

In het nabijzijnde land, maar zij zullen nahun nederlaag zeker overwinnen,

4.

Binnen een negental jaren – van Allah is hetgebod daarveer en daarna – en op die Dag zullen de gelovigen zichverheugen

5.

In de hulp van Allah, Hij helpt wie Hij wil;en Hij is de Almachtige, de Genadige.

6.

(Dit is) Allah’s Belofte; Allah breekt zijnBelofte niet, maar de meeste mensen beseffen dit niet;

7.

Zij kennen slechts de schijn van het wereldseleven, en zij zijn zorgeloos over het Hiernamaals.

8.

Hebben zij over zichzelf niet nagedacht?Allah heeft de hemelen en de aarde en alles wat daartussen is nietgeschapen, dan in waarheid en voor een vastgestelde tijd. Tochgeloven velen onder de mensen niet in de ontmoeting met hun Heer.

9.

Hebben zij niet op aarde gereisd, zodat zijmochten zien hoe het einde was van degenen die veer hen waren? Zijwaren sterker in macht dan dezen, zij maakten het land vruchtbaar enbebouwden het, meer dan dezen het deden. En hun boodschappers kwamentot hen met duidelijke tekenen. En Allah was het niet Die hunonrecht aandeed, maar zij waren het die hun eigen ziel onrechtaandeden.

10.

Dan was het einde bitter voor hen die kwaaddeden, omdat zij de tekenen van Allah loochenden, en er overspotten.

11.

Allah brengt de schepping teweeg; danherhaalt Hij haar; daarna zult gij tot Hem worden teruggebracht.

12.

En de Dag, waarop het Uur zal komen, zullende schuldigen wanhopig worden.

13.

Geen hunner afgoden zal voor hen eenbemiddelaar zijn; en zij zullen hun afgoderij verwerpen.

14.

Op de Dag, waarop het Uur zal komen, zullenzij worden gescheiden.

15.

Dan zullen zij die geloven en goede werkenverrichtten in een tuin gelukkig worden.

16.

Maar zij die niet geloofden en Onze tekenenen de ontmoeting in het Hiernamaals verwierpen, zullen voor straf testaan komen.

17.

Glorie zij Allah, wanneer gij de avond ingaaten wanneer gij de ochtend ingaat –

18.

En aan Hem behoort alle roem in de hemelen enop aarde – bij nacht en des daags.

19.

Hij brengt de levenden uit de doden voort enHij brengt de doden uit de levenden voort; en Hij geeft de aardeleven na haar dood, en evenzo zult gij worden voortgebracht.

20.

En tot Zijn tekenen behoort, dat Hij u uitstof schiep; en ziet! gij zijt mensen die zich kunnen verspreiden.

21.

En dit is onder Zijn tekenen, dat Hij uit uwmidden echtgenoten voor u schiep, opdat gij er rust in moogt vinden,en Hij heeft liefde en tederheid onder u geplaatst. Daarin zijnzeker tekenen voor een volk, dat nadenkt.

22.

En tot Zijn tekenen behoort ook de scheppingder hemelen en der aarde, en de verscheidenheid van uw talen en(huids) – kleuren. En dit zijn voorzeker tekenen voor degenen, diewillen begrijpen.

23.

En tot Zijn tekenen behoort uw slapen ‘snachts en uw zoeken naar Zijn overvloed overdag. Daarin zijn zekertekenen voor een volk, dat luistert.

24.

En tot Zijn tekenen behoort eveneens dat Hiju de bliksem toont als vrees en hoop. En dat Hij water uit de hemelnederzendt waarmede hij de aarde doet herleven na haar dood. Hierinzijn zeker tekenen voor een volk, dat wil begrijpen.

25.

En dit is onder Zijn tekenen, dat de hemelenen de aarde in stand blijven door Zijn gebod. Dan, wanneer Hij ueenmaal van de aarde zal roepen, ziet! zult gij gaan.

26.

En aan Hem behoort een ieder, die in dehemelen en op aarde is; allen zijn Hem gehoorzaam.

27.

En Hij is het, Die de schepping voortbrengten haar daarna herhaalt, dit is gemakkelijk voor Hem. En voor Hemzijn de verhevenste attributen in de hemelen en op aarde, en Hij isde Almachtige, de Alwijze.

28.

Hij geeft een gelijkenis uit uzelf. Hebt gijonder uw ondergeschikten deelgenoten in hetgeen waarvan Wij u hebbenvoorzien, zodat gij dienaangaande gelijken wordt en vreest gij hen,zoals gij elkander vreest? – Zo leggen Wij de tekenen uit aan eenvolk dat begrijpt.

29.

Neen, de onrechtvaardigen volgen hun eigenneigingen zonder enige kennis. En wie kan hen leiden, die Allah lietdwalen? Voor hen zullen er geen helpers zijn.

30.

Daarom, richt uw aangezicht oprecht tot de(ware) godsdienst, overeenkomstig de natuur naar welke Allah demensen heeft geschapen. – De schepping van Allah kent geenverandering. – Dat is het ware geloof. Maar de meeste mensen wetenhet niet. –

31.

U tot Hem bekerende, vreest Hem en leeft hetgebed na, en behoort niet tot de afgodendienaren.

32.

Noch tot degenen die hun godsdienst verdelenen secten vormen, terwijl elke partij zich verheugt in wat zijheeft.

33.

En als een ramp over de mensen komt roepenzij hun Heer aan, zich tot Hem bekerende; en als Hij hen van Zijnbarmhartigheid heeft doen smaken, ziet! dan schrijft een gedeeltehunner aan hun Heer medegoden toe.

34.

Zodat zij ondankbaar worden voor hetgeen Wijhun hebben geschonken. Vermaakt u dan voor een wijle, maar gij zulthet weldra te weten komen.

35.

Hebben Wij enig gezag tot hen nedergezonden,dat spreekt over hetgeen zij met Hem vereenzelvigen?

36.

En wanneer Wij de mensen barmhartigheid doensmaken, verheugen zij zich daarin; maar als een kwaad hen overkomtdoor hun eigen werken, ziet! dan wanhopen zij.

37.

Hebben zij niet ingezien, dat Allah devoorziening vergroot en bekrimpt voor wie Hij wil? Daarin zijnwaarlijk tekenen voor een volk dat wil geloven.

38.

Geeft, de verwanten, de behoeftigen, dereiziger wat hun toekomt. Dat is het beste voor degenen die hetAangezicht van Allah zoeken, dezen zijn het die zullen slagen.

39.

Wat gij ook uitleent met rente opdat het mogetoenemen door hetgeen andere (mensen) bezitten; het neemt niet toebij Allah; maar wat gij in Zakaat geeft, Allah’s welbehagen zoekend,dezen zullen hun bezit vermeerderd zien.

40.

Hij is Allah, Die u schept en dan voor uzorgt en daarna doet Hij u sterven en dan zal Hij u doen herleven.Is er een onder uw afgoden, die iets dergelijks kan doen? Heilig isHij en verheven boven hetgeen zij (met Hem) vereenzelvigen.

41.

Verderf is gekomen over land en zee doorhetgeen de handen der mensen hebden gewrocht, zodat Hij hen eengedeelte van hun daden zou doen smaken, opdat zij zich bekeren.

42.

Zeg: “Reist op aarde en ziet hoe het eindewas van degenen die voordien waren. De meesten hunner warenafgodendienaren.”

43.

Richt uw aaneezicht tot de juiste godsdienst,voordat de Dag komt, die door niemand afgewend kan worden buitenAllah. Op die Dag zal het mensdom worden gescheiden.

44.

Hij die verwerpt, zijn ongeloof zal tegen hemzijn, en zij die goede daden verrichten, bereiden dit voor hun eigenziel.

45.

Opdat Hij hen, die geloven en goede werkendoen, moge belonen uit Zijn overvloed. Voorzeker, Hij heeft deongelovigen niet lief.

46.

En een onder Zijn tekenen is dat Hij dewinden met blijde vooruitzichten zendt, opdat Hij u Zijn genade mogedoen smaken, en opdat de schepen op Zijn gebod mogen varen, opdatgij moogt zoeken naar Zijn overvloed en opdat gij dankbaar zultzijn.

47.

Waarlijk, Wij zonden boodschappers veer unaar hun volkeren. Zij brachten hun duidelijke bewijzen. Danstraften Wij degenen die zondigden. En het was Onze plicht degelovigen te helpen.

48.

Hij is Allah, Die de winden zendt welke dewolken doen oprijzen. Dan verspreidt Hij ze in de lucht zoals Hijwil, dan hoopt Hij ze laag boven laag op en gij ziet regen uit hunmidden stromen. En wanneer Hij deze doet vallen op wie van Zijndienaren Hij wil, ziet! verheugen zij zich.

49.

Ofschoon zij voordien, voordat hij (de regen)over hen was nedergezonden, vertwijfelden.

50.

Beschouw daarom de kentekenen van Allah’sbarmhartigheid: hoe Hij de aarde doet herleven na haar dood.Voorwaar, Dezelfde zal de doden opwekken; Hij heeft macht over alledingen.

51.

En indien Wij een (droge) wind haddengezonden en zij de aarde zagen geel worden, zouden zij daarna zekerondankbaarheid hebben betoond.

52.

En gij kunt de doden niet doen horen, nochkunt gij de doven de roep doen horen wanneer zij u hun rug toekeren,

53.

Noch kunt gij de blinden uit hun dwalingleiden. Gij kunt slechts diegene doen horen die in Onze tekenenzouden willen geloven, zodat zij zich onderwerpen.

54.

Het is Allah, Die u in een staat van zwakheidschept, dan na de zwakte kracht geeft en na de kracht (weer) zwakteen ouderdom. Hij schept wat Hij wil. Hij is de Alwetende, deAlmachtige.

55.

De Dag waarop het Uur zal komen zullen deschuldigen zweren, dat zij slechts een uur hebben geleefd – zowerden zij bedrogen.

56.

Maar zij wie wijsheid en geloof was gegeven,zullen zeggen: “Volgens het Boek van Allah zijt gij inderdaad tot deDag der Opstanding gebleven. En dit is de Dag der Opstanding, maargij wist het niet.”

57.

Daarom zullen de uitvluchten op die Dag deonrechtvaardigen niet baten; noch zal hun verontschuldiging wordenaangenomen.

58.

Waarlijk, Wij hebben in deze Koran allerleigelijkenissen voor de mensen gegeven; voorzeker, als gij hun eenteken brengt, zullen de ongelovigen zeggen: “Gij zijt slechtsleugenaars.”

59.

Zo verzegelt Allah het hart van hen, die nietwillen weten.

60.

Wees geduldig voorzeker, de Belofte van Allahis waar; en laat hen die geen zekerheid hebben u niet doen wankelen.