22. De Pilgrimstocht (Al-Hadj)

1.

O volk, vrees uw Heer, want de schok van hetUur is een verschrikkelijk iets.

2.

De Dag waarop elke zogende vrouw haarzuigeling zal vergeten en elke zwangere vrouw zich zal ontdoen vanhaar dracht; en gij zult mensen bedwelmd zien, terwijl zij nietdronken zijn, doch de kastijding van uw Heer is gestreng.

3.

En onder de mensen zijn er sommigen, die overAllah redetwisten zonder kennis en elke opstandige Satan volgen.

4.

Voor ieder die hem tot vriend neemt isverordend, dat hij hem zal verleiden en naar de straf van het Vuurvoeren.

5.

O mensen, indien gij in twijfel verkeert overde Opstanding, bedenkt, dat Wij u hebben geschapen uit stof, daarnauit een levenskiem, dan van een klonter bloed, daarna uit een klompvlees, volkomen en onvolkomen in maaksel, opdat Wij het u duidelijkmaken. En Wij laten wat Ons behaagt gedurende een vastgestelde tijdin de baarmoeder blijven, dan brengen Wij u als zuigelingen voort,dan (doen Wij u opgroeien) zodat gij volwassen wordt. En daar zijner onder u die door de dood worden achterhaald en anderen die zulkeen hoge ouderdom bereiken, dat zij, na geweten te hebben, nietsmeer weten. En gij ziet de aarde levenloos, doch wanneer Wij erregen op doen nederdalen, beweegt zij zich, zwelt op en brengtiedere mooie soort planten voort.

6.

Dit is zo omdat Allah de Waarheid is en omdatHij het is Die de doden tot leven wekt en omdat Hij over alle dingenmacht heeft.

7.

Voorzeker het Uur nadert, daaraan is geentwijfel; Allah zal al degenen die in de graven zijn, opwekken.

8.

En onder de mensen zijn er die over Allahredetwisten zonder kennis, richtsnoer of verlichtend Boek.

9.

Zich hooghartig afkerend ten einde anderen afte leiden van Allah’s weg. Voor hem is er schande in deze wereld enop de Dag der Verrijzenis zullen Wij hem de straf van het brandendoen ondergaan.

10.

“Dit is wegens hetgeen uw handen hebbenvooruit gezonden; want Allah is niet onrechtvaardig jegens Zijndienaren.”

11.

En onder de mensen zijn er die Allahweifelend aanbidden. Indien het hun wel gaat, zijn zij daarmedetevreden, maar indien zo iemand een beproeving ten deel valt, keerthij terug tot zijn vroegere wandel. Hij verliest deze wereld zowelals het Hiernamaals. Dat is een duidelijk verlies.

12.

Hij roept naast Allah datgene aan, wat hemschaden noch baten kan. Dat is een vergaande dwaling.

13.

Hij roept degene aan, die eerder schaadt danbaat. Voorwaar slecht is de beschermer en waarlijk slecht demetgezel.

14.

Voorwaar, Allah zal hen die geloven en goedewerken verrichten, tuinen doen binnengaan waardoor rivieren stromen;Allah doet wat Hem behaagt.

15.

Laat hij die denkt dat Allah hem (de profeet)in deze wereld of in het Hiernamaals niet zal helpen, op de een ofandere wijze ten hemel gaan en (Gods hulp) tegenhouden; laat hem danzien of zijn plan datgene verwijderen kan, wat zijn toorn opwekt.

16.

En aldus hebben Wij hem duidelijke tekenengezonden, en Allah zal voorzeker leiden wie Hij wil.

17.

Voorzeker de gelovigen, de Joden, deSabianen, de Christenen, de Magiers en de afgodendienaren, Allah zaltussen hen richten op de Dag der Opstanding, want Allah is Getuigeover alle dingen.

18.

Hebt gij dan niet gezien dat alles zich voorAllah nederwerpt, wat in de hemelen en op aarde is, de zon, de maan,de sterren, de bergen, de bomen, het vee en een groot deel dermensen; maar toch valt nog velen de kastijding ten deel. En dieAllah vernedert, kan niemand verheffen. Voorwaar, Allah doet wat Hijwil.

19.

Hier zijn twee tegenstanders die redetwistenover hun Heer. Voor de ongelovigen zullen gewaden van Vuur wordengesneden en over hun hoofd zal kokend water worden uitgegoten.

20.

Waardoor hun ingewanden alsmede hun huidenzullen worden verteerd.

21.

En hen zullen ijzeren roeden wachten.

22.

Telkens wanneer zij er uit (uit de hel)wensen te gaan, zullen zij er in terug worden gedreven; men zalzeggen: “Proeft gij de straf van het branden?”

23.

Doch Allah zal degenen die geloven en goedewerken verrichten tuinen doen binnentreden waardoor rivierenstromen. Zij zullen daarin worden getooid met armbanden van goud enparels, en hun gewaden zullen van zijde zijn.

24.

En zij zullen naar het reine woord en het padvan de Geprezene worden geleid.

25.

Voorzeker degenen die niet geloven en mensenafhouden van de weg van Allah en van de Heilige Moskee (te Mekka) -die Wij gelijk voor alle mensen hebben aangewezen, hetzij degene dieer in (de stad) vertoeft of (de vreemdeling) die van buiten komt -en hij die in de Moskee onrechtvaardig naar goddeloosheid streeft -hem zullen Wij een pijnlijke straf doen ondergaan.

26.

En toen Wij Abraham de plaats voor het Huis(de Kaaba) aanwezen zeggende: “Vereenzelvig niets met Mij, en houdMijn Huis rein voor degenen die de rondgang verrichten en degenendie opstaan (voor gebed) en neerbuigen en zich ter aarde werpen.

27.

En verkondig de bedevaart aan de mensen. Zijzullen te voet of op magere kamelen van verre tot u komen.

28.

Opdat zij van hun voordeel getuigenisafleggen en de naam van Allah uitspreken gedurende de vastgesteldedagen over het vee waarvan Hij hen heeft voorzien. Eet dan daarvanen spijzigt de behoeftigen in nood.

29.

Laat hen dan hun vuilheid verwijderen en hungeloften vervullen en een omgang maken om het oude Huis (Kaaba).”

30.

Zo zij het. Wie dus de heilige geboden vanAllah eert, het zal voor hem goed zijn in de ogen van zijn Heer. Enwettig voor u is alle vee behalve hetgeen u anderszins isverkondigd. Vermijdt derhalve de onreinheid der afgodsbeelden envermijdt het valse woord.

31.

Oprecht zijnde voor Allah, niets met Hemvereenzelvigende. En wie iets met Allah vereenzelvigt, het is alsofhij van een hoogte valt en de vogels hem wegrukken of de wind hemwegblaast naar een afgelegen plaats.

32.

Zo zij het. En wie de heilige tekenen vanAllah vereert, voorwaar, dat is de oprechtheid des harten.

33.

Daar is in de offeranden een profijt voor uvoor een vastgestelde tijd, daarna is hun plaats bij het oude Huis.

34.

En voor elk volk hebben Wij handelingen vanoffer en wijdingen vastgesteld, opdat zij de naam van Allah mogenuitspreken over het vee dat Hij hun heeft gegeven. Uw God is dus EenGod, weest daarom onderdanig aan Hem. En geef blijde tijding aan deootmoedigen.

35.

Wier harten vervuld zijn van vrees wanneerAllah’s naam wordt genoemd, en die geduldig dragen al hetgeen hunoverkomt, die het gebed onderhouden, en geven van hetgeen Wij hunhebben toebedeeld.

36.

En onder de heilige tekenen van Allah hebbenWij voor u de offerkamelen aangewezen. In hen is er veel voordeelvoor u. Spreekt daarom de naam van Allah over hen uit terwijl zij inrijen staan opgesteld. En wanneer ze op hun zij neervallen, eet ervan en voedt de rijken en de armen. Aldus hebben Wij hen aan udienstbaar gemaakt, opdat gij dankbaar moogt zijn.

37.

Hun vlees noch hun bloed bereikt Allah, dochuw godsvrucht bereikt Hem. Aldus heeft Hij hen aan u dienstbaargemaakt, opdat gij Allah moogt verheerlijken wegens hetgeen waartoeHij u heeft geleid. En geef blijde tijding aan de goeden.

38.

Voorwaar, Allah verdedigt de gelovigen.Voorzeker, Allah heeft niemand lief die oneerlijk, ondankbaar is.

39.

Toestemming om te vechten is gegeven aandegenen tegen wie gevochten wordt, omdat hun onrecht is aangedaan,voorzeker Allah heeft de macht hen bij te staan.

40.

Degenen die ten onrechte uit hun huizenwerden verdreven alleen omdat zij zeiden: “Onze Heer is Allah.” – Enindien Allah sommige mensen niet met behulp van anderen tegenhield,zouden ongetwijfeld kloosters, kerken, synagogen en moskeeen, waarindikwijls de naam van Allah wordt herdacht, afgebroken zijn. Allahzal ongetwijfeld degene ondersteunen die Hem helpt – Allah isinderdaad Sterk, Almachtig.

41.

Degenen die, indien Wij hen op aardevestigen, het gebed verrichten en de Zakaat betalen en het goedebevelen en het kwade verbieden. En het eindbesluit in alles berustbij Allah.

42.

Indien zij u (Mohammed) verloochenen, veerhen heeft het volk van Noach en Aad en Samoed ook verloochend;

43.

En het volk van Abraham en het volk van Lot;

44.

En de inwoners van Midian eveneens. En Mozeswerd ook verloochend. Maar Ik schonk de ongelovigen uitstel, daarnagreep Ik hen, en hoe (groot) was toen Mijn afkeer!

45.

Hoe menige stad hebben Wij verdelgd, terwijldeze vol ongerechtigheid was, zodat de daken er van zijn ingestorten hoe menige bron en opgetrokken paleis werd verlaten.

46.

Hebben zij dan niet in het land gereisd zodatzij hart moesten hebben waarmee zij konden begrijpen en oren om ermee te horen? Voorzeker, het zijn niet de ogen die blind zijn dochhet hart in (hun) borst is blind.

47.

En zij dringen bij u aan de straf teverhaasten, doch Allah zal nimmer Zijn Belofte breken. Voorwaar bijuw Heer is ��n dag gelijk duizend jaren van uw berekening.

48.

Hoe vele steden heb Ik uitstel verleend,hoewel zij vol ongerechtigheden waren. Daarna greep Ik hen en totMij is de terugkeer.

49.

Zeg: “O mensdom, ik ben slechts eenduidelijke waarschuwer voor u.”

50.

Degenen, die geloven en goede werkenverrichten, voor hen is er vergiffenis en een eerzaamlevensonderhoud.

51.

Doch degenen die trachten Onze woordenkrachteloos te maken, zullen de bewoners van het Vuur zijn.

52.

Nimmer zonden Wij een boodschapper of eenprofeet veer u of, wanneer hij (zijn boodschap) verkondigde, kwam deduivel er tussen. Doch Allah doet hetgeen Satan inblaast te niet.Dan bevestigt Allah Zijn woorden en Allah is Alwetend, Alwijs.

53.

Zodat Hij hetgeen Satan inblaast tot eenbeproeving moge maken voor degenen in wier hart een ziekte is enwier hart verhard is – voorzeker, de onrechtvaardigen zijn in grootverzet –

54.

En opdat degenen aan wie kennis is gegevenmogen weten dat het (de verkondiging) de waarheid is van uw Heer,opdat zij er in mogen geloven en hun hart nederig voor Hem mogeworden. Waarlijk Allah leidt degenen die geloven naar het rechtepad.

55.

En de ongelovigen zullen er over in twijfelblijven tot onverwachts het Uur hen achterhaalt, of de straf van eenrampzalige Dag over hen komt.

56.

Op die Dag zal het koninkrijk van Allah zijn.Hij zal onder hen richten. Zij die geloven en goede werkenverrichten, zullen in tuinen van zaligheid vertoeven.

57.

Doch die niet geloven en Onze tekenenverloochenen zullen een schandelijke straf ondergaan.

58.

Degenen die hun huizen verlaten terwille vanAllah, en dan sneuvelen of sterven, voorwaar voor hen zal Allah eengoede voorziening verschaffen. En voorzeker Allah is de Beste derVoorzieners.

59.

Gewis zal Hij hen een plaats doen binnengaanwaarmee zij zeer tevreden zullen zijn. Allah is inderdaad Alwetend,Verdraagzaam.

60.

Zo zal het zijn. En wie vergeldt in de matewaarin hem onrecht is aangedaan en men doet hem dan opnieuw onrecht,hem zal Allah voorzeker bijstaan. Waarlijk, Allah is Begenadigend,Vergevensgezind.

61.

Dat is omdat Allah de nacht doet overgaan inde dag en de dag doet overgaan in de nacht, en omdat Allah Alhorend,Alziende is.

62.

Dat is omdat Allah de Waarheid is en hetgeenzij aanroepen nevens Hem vals is. Voorzeker Allah is de Hoge, deGrote.

63.

Hebt gij niet gezien, dat Allah water uit dehemel nederzendt en de aarde daardoor groen wordt? Allah isinderdaad Aldoordringend, Alwetend.

64.

Aan Hem behoort al hetgeen in de hemelen enop aarde is. En Allah is inderdaad Zichzelf-genoeg, Geprezen.

65.

Hebt gij niet gezien, dat Allah al hetgeen opaarde is in uw dienst heeft gesteld, en dat de schepen op Zijn bevelde zeeen doorkruisen? En Hij weerhoudt de hemel ervan op aarde tevallen behalve met Zijn toestemming. Waarlijk, Allah is Liefderijken Genadevol voor de mensen.

66.

Hij is het, Die u leven schonk. Hij zal udoen sterven, daarna zal Hij u wederom tot leven opwekken. Waarlijkde mens is uiterst ondankbaar.

67.

Voor elk volk hebben Wij wijdingenvastgesteld die zij moeten volgen; laat hen daarom niet met u erover redetwisten; doch nodigt hen tot uw Heer, waarlijk gij volgt dejuiste leiding.

68.

Doch indien zij met u redetwisten, zeg dan:”Allah weet het beste wat gij doet.”

69.

“Allah zal onder u richten op de Dag derOpstanding over datgene waarover gij van mening verschildet.”

70.

Weet gij niet dat Allah al hetgeen in dehemelen en op aarde is, kent? Voorwaar dat is vastgesteld in eenBoek, dat is gemakkelijk voor Allah.

71.

En zij aanbidden naast Allah, waartoe Hijgeen machtiging heeft nedergezonden, en waaromtrent zij geen kennisbezitten. En voor degenen die kwaad bedrijven is er geen helper.

72.

En wanneer Onze duidelijke tekenen aan henworden voorgedragen zult gij afkeuring bespeuren op het gezicht derongelovigen. Bijna zouden zij degenen, die Onze tekenen aan henverhalen, aanvallen. Zeg: “Zal ik u over iets ergers dan datinlichten? Het Vuur, Allah heeft het beloofd aan de ongelovigen. Endat is een slechte bestemming.”

73.

O mensen, een gelijkenis wordt gegeven,luistert er naar. Voorzeker, degenen die grij in plaats van Allahaanbidt kunnen zelfs geen vlieg scheppen, al zouden zij daar allentoe samenwerken. En indien een vlieg iets van hen zou wegnemen,zouden zij dat niet kunnen terugnemen. Zwak is zowel de zoeker alsde gezochte.

74.

Zij achten Allah niet met de achting die Hemverschuldigd is. Voorzeker, Allah is Sterk, Almachtig.

75.

Allah kiest boodschappers uit het midden derengelen, eveneens uit het midden der mensen. Voorzeker, Allah isAlhorend, Alziende.

76.

Hij weet hetgeen veer hen en hetgeen achterhen is en naar Allah worden alle zaken teruggebracht.

77.

O, gij die gelooft, buigt u neder en werpt uter aarde, en aanbidt uw Heer, en doet goed, opdat gij moogt slagen.

78.

En strijdt voor de zaak van Allah zoals ervoor behoort te worden gestreden. Hij heeft u verkozen en heeft u inde godsdienst geen lasten opgelegd – dit is het geloof van uw vaderAbraham. Hij heeft u Moslims genoemd voorheen en in dit Boek, opdatOnze boodschapper getuige over u zij, en dat gij getuige moogt zijnover de mensheid. Onderhoudt het gebed, betaalt de Zakaat en houdt uaan Allah vast. Hij is uw Beschermer. Een uitmuntend Meester en eenuitnemend Helper.